Samenvatting resultaten Monitor in het mbo 2019

Een ruime meerderheid van de mbo-studenten die de Monitor de Bibliotheek op school hebben ingevuld geeft aan dat ze lezen belangrijk vindt. Meer dan de helft van de deelnemende studenten Pedagogisch Werk en Onderwijsassistent vindt voorlezen soms of altijd moeilijk. Dat blijkt uit het monitoronderzoek dat Sardes in op dracht van Stichting Lezen heeft afgenomen onder 853 mbo-studenten.
Ook bij de Bibliotheek op school mbo wordt de samenwerking tussen bibliotheek en onderwijsinstelling gemonitord. Daartoe is 2017 door Sardes een stand-alone versie van de Monitor de Bibliotheek op school voor het mbo ontwikkeld, in samenwerking met educatief specialisten van bibliotheken en POI’s, docenten in het mbo en Stichting Lezen.
Monitor stimuleert verbetering samenwerking
Net als de andere versies meet ook deze Monitor het leen- en leesgedrag van studenten en het leesbevorderend gedrag van docenten in het mbo. Op basis van de resultaten passen de bibliotheek en onderwijsinstelling het beleid en de activiteiten aan, zodat het jaar erop de resultaten verbeteren. Een cyclus die voor kenners van de aanpak de Bibliotheek op school bekend is. In de loop der jaren is ook deze Monitor verbeterd en aangepast. Het aantal deelnemende studenten, docenten en bibliotheken groeit, maar deze mbo’s vertegenwoordigen niet ‘heel Nederland’. We kunnen op basis van dit onderzoek nu wel een beeld schetsen van de samenwerking tussen mbo’s en bibliotheken die meedoen met de monitor. Het is echter nog geen representatief landelijk beeld. In de toolkit Monitor vind je de volledige samenvatting Monitor de Bibliotheek op school mbo 2019; Samenvatting resultaten studenten, docenten en bibliotheek.
Aandacht voor lezen en leesplezier
Een ruime meerderheid van de studenten (N=853) die de monitor hebben ingevuld geeft aan dat ze lezen belangrijk vindt. Vrouwen lezen vaker met plezier een boek dan mannen en geven aan dit best leuk of erg leuk te vinden. De meest voorkomende leesbevorderende activiteiten door docenten in het mbo zijn het geven van boekentips aan studenten (61%), gevolgd door de studenten met elkaar in gesprek brengen over boeken (50%) en voorlezen (46%).
Vergroten van kennis boeken en promoten leesplezier
Als het gaat om de frequentie van leesbevorderingsactiviteiten scoren docenten Nederlands hoger dan andere docenten, waarvan 31% aangeeft minimaal een keer per week of meer dit te doen. Voor docenten Nederlands is dat 46%. Bij 78% van de docenten Nederlands staat vrij lezen op het programma, bij de andere docenten is dat 69%. Docenten geven aan vooral behoefte te hebben aan kennis van geschikte boeken voor hun studenten en activiteiten om leesplezier te promoten. Bijna de helft van de deelnemende onderwijsinstellingen heeft een taalbeleidsplan (44%), slechts 22% geeft aan te werken met een leesplan. Op 78% van de scholen is een taalcoördinator aanwezig.
Studenten en docenten Pedagogisch Werk en Onderwijsassistent
De Monitor voor het mbo heeft een extra component voor studenten die de opleiding Pedagogisch Werk en Onderwijsassistent (PWO) volgen. Door extra vragen worden een aantal specifieke beroepsvaardigheden gemeten, zoals het leren voorlezen en het zelf doen. 83% van de studenten PWO geeft aan dat ze tijdens hun stage voorlezen aan kinderen. Daarvan zegt 80% het best leuk of leuk te vinden. Op de helft van de deelnemende PWO-opleidingen leren studenten voorlezen. De meeste voorkomende activiteiten in dit kader zijn het selecteren van (prenten)boeken, het praten over (prenten)boeken en het voorlezen voorbereiden. Op de vraag of de studenten voorlezen moeilijk vinden zegt 57% het soms of altijd moeilijk te vinden.