Landelijke analyse Monitor po 2019 levert gespreksstof

Er is bij de editie van de Monitor de Bibliotheek op school po 2019 weer een stijging te zien van het aantal leerlingen en leerkrachten dat de Monitor heeft ingevuld. De resultaten laten zien dat op scholen met beter ontwikkeld leesbeleid leerkrachten meer doen. En dat in groepen van actievere leerkrachten leesplezier, leesfrequentie en bibliotheekbezoek van leerlingen hoger liggen. We hebben de landelijke resultaten vertaald naar gespreksonderwerpen voor het voortgangsoverleg met school.

Cijfers en conclusies monitorresultaten

Aan de Monitor de Bibliotheek op school po 2019 deden 125.718 leerlingen, 17.054 leerkrachten en 1.493 leesconsulenten mee. Dankzij het grote aantal respondenten levert de Monitor ieder jaar waardevolle en betrouwbare data op over de praktijk van leesbevordering in de Bibliotheek op school. Met de grote verzameling data uit deze Monitor is, net als in voorgaande jaren, door onderzoeksbureau Desan een analyse gemaakt op landelijk niveau. Daaruit wordt een aantal trends zichtbaar:

  • Op scholen met beter ontwikkeld beleid doen leerkrachten meer.
  • In groepen van actievere leerkrachten liggen leesplezier, leesfrequentie en bibliotheekbezoek van leerlingen significant hoger.
  • Leerlingen lezen iets minder vaak en iets minder graag, maar halen vaker leesboeken uit de bibliotheek op school.
  • Meisjes en jongere leerlingen zijn positiever over lezen, boeken en de bibliotheek.
  • Er zijn grote verschillen tussen provincies.

Meer informatie over deze trends en over de landelijke uitkomsten van de Monitor lees je in de rapportage Landelijke analyse Monitor de Bibliotheek op school po, te vinden in de toolkit Monitor. Daar staat ook een document met de samenvattingen van de drie landelijke rapportages over de Monitor BoekStart, de Bibliotheek op school po en vo.

Voortgangsoverleg met school

De landelijke resultaten kunnen dienen als inhoudelijke insteek voor een volgend voortgangsoverleg met de school. We hebben ze vertaald naar twee hoofdthema’s: leesbeleid en de actieve leerkracht. Deze thema’s hebben we uitgesplitst in telkens twee gespreksonderwerpen. Met de landelijke resultaten in de hand kun je deze thema’s krachtiger neerzetten.

1. Het leesbeleid

a. Het heeft zin om het leesbeleid te verankeren in een leesplan, en om dat leesplan jaarlijks te evalueren.

In combinatie met verschillende ingeroosterde activiteiten rond leesbevordering zorgt het ervoor dat leerkrachten actiever worden op het gebied van leesbevordering, dat kinderen vaker naar de bibliotheek gaan, en dat ze thuis meer lezen.

Mogelijke vragen:

  • Welke rol hebben de leescöordinator en de leesconsulent bij de totstandkoming van het leesplan en bij het evalueren en bijstellen van het leesplan?
  • Wordt er onderscheid gemaakt tussen doelen op korte termijn (jaarlijks) en lange termijn?
  • Op welke manier wordt het jaarplan vertaald naar de praktijk? Hoe wordt dit geborgd?
  • Hoe wordt het schoolteam betrokken bij het evalueren en bijstellen van het leesplan?
  • Welke input wordt gebruikt voor de evaluatie van het leesplan? Denk aan Monitor, schoolresultaten en/of ervaringen van leerkrachten.

b. Een verdere versterking van het leesbeleid vindt plaats als het gekoppeld wordt aan het taalbeleid van de school.

In dit proces is de leesconsulent enkel aangever, de leescöordinator, ib'er en/of directeur kunnen deze koppeling tot stand brengen.

Mogelijke vragen:

  • Kent de school de rapporten Lees! (Onderwijsraad en Raad voor Cultuur) en Effectief onderwijs in begrijpend lezen (Taalraad)? In Lees! worden, naast bibliotheken en gemeenten, ook scholen opgeroepen hun bijdrage te leveren aan het leesoffensief d.m.v. goed leesbeleid en het bevorderen van een leescultuur op school. Effectief onderwijs in begrijpend lezen geeft een aantal adviezen voor de invulling van leesonderwijs, waarbij lezen als vakoverstijgende vaardigheid wordt gezien.
  • Is de school op de hoogte van de ontwikkelingen rond het leesoffensief, dat door de ministers van OC&W wordt opgezet?
  • In hoeverre staat de school open voor een bredere benadering van het leesonderwijs, waarbinnen bijvoorbeeld bij de zaakvakken structureel gebruik  wordt gemaakt van bibliotheekboeken (fictie en non-fictie)?
  • Kan de bibliotheek adviseren over de rol van leesbevordering in het schoolplan? Is er een link te leggen tussen leesbevordering enerzijds en het taalbeleid en de methodekeuzes anderzijds (aanvankelijk, voortgezet, begrijpend lezen)?

2. De actieve leerkracht

a. Leerlingen van leerkrachten die veel leesbevorderende activiteiten doen, lezen meer en met meer plezier, en gaan vaker naar de bibliotheek.

In deze analyse wordt de grote invloed van de leerkracht nog eens getoond.

Mogelijke vragen:

  • Wat is het ambitieniveau van de school op dit punt? Hoe zie je de drie structurele activiteiten (voorlezen, (begeleid) vrij lezen en praten over boeken) terug in de school?
  • Op welke manier kan de leesconsulent bijdragen aan een actievere houding van leerkrachten t.a.v. leesbevordering? Is een coachende rol mogelijk?
  • Welke leesbevorderende activiteiten kunnen leerkrachten doen met hun groep?

b. Op bijna alle scholen worden leerkrachten minder actief op het gebied van leesbevordering naarmate de kinderen ouder zijn.

Vanaf groep 5 wordt steeds minder voorgelezen en is er minder tijd voor vrij lezen. Parallel hieraan dalen ook het leesplezier en de leesfrequentie van leerlingen vanaf groep 5. Een oorzakelijk verband is lastig aan te tonen, wel kunnen we stellen (zie punt 2a) dat de daling in leesplezier en leesfrequentie juist vraagt om een actievere leerkracht.

Mogelijke vragen:

  • Welke obstakels ervaren de leerkrachten vanaf groep 5 om meer aan leesbevorderende activiteiten te doen?
  • Hoe liggen de prioriteiten van de school ten aanzien van leesbevordering? Is dit van invloed op het leerkrachtgedrag?
  • Wat kan een concreet startpunt zijn voor de leerkrachten vanaf groep 5 om een actievere rol te spelen? Hoe kan de leesconsulent hierbij ondersteunen? Denk bijvoorbeeld aan voorlezen in combinatie met boekadvies door de leesconsulent, of aandacht voor poëzie (raadgedicht.nl, de Poëzieweek).